Zijn vrouw heette Naomi (= 'mooi en vriendelijk') en zijn zonen Machlon (= 'ziek') en Chiljon (= 'zwak'). Ze kwamen uit Betlehem in Efrat in het gebied van Juda. Ze trokken naar Moab en besloten daar in de vlakte te blijven wonen.
Elimélech, een man uit Bethlehem in Juda, week daarom met zijn vrouw Naomi en hun twee zonen Machlon en Chiljon uit naar het land Moab. Daar bleven zij een tijdlang als vreemdeling wonen.